Vestigingen Hoogeveen-Emmen-Klazienaveen nu ook in Mozambique actief
“Ik mag graag klaar staan voor een ander”, zegt Harry Huisjes bescheiden. En daar is geen woord te veel van gezegd door de klantbeheerder van Alfa in Hoogeveen. Z’n initiatief om met het hele cluster Plan International te steunen viert dit jaar z’n dertigjarig jubileum. Collega’s gingen en kwamen in die drie decennia. Maar met dank aan Harry groeit er nog steeds ergens op de wereld een kind op dat door de Alfa-familie wordt onderhouden, nu Arsenia in Mozambique.
Het is pas sinds een maand, dat het cluster Hoogeveen-Emmen-Klazienaveen naar Mozambique is ‘verhuisd’. “Hiervoor ondersteunden we een jongen in Bolivia. Van Plan International hoorden we dat die hulp niet langer meer nodig was. Hij kan op eigen benen staan. We hebben informatie gehad over de leefomstandigheden van het meisje in Mozambique. Dat is indrukwekkend. Zeker als je het vergelijkt met de omstandigheden in West-Europa. Ze doen de behoeften in een latrine die niet is afgedekt. De dichtstbijzijnde medische post is op twee uur afstand. Water halen kost dertig minuten. Ze wonen er in een huisje van gestuukt leem met een aarden vloer. Hout is de brandstof om eten te koken.”
Schoolkinderen uit Tsjernobyl
Hij zegt het niet zonder emotie. Want ook al gaat het in het leven als klantbeheerder om zakelijke dingen, oog voor de mens heeft Harry altijd al gehad. “Ja, op dat gebied heb ik wel verschillende zaken ondernomen. We zijn als gezin ooit betrokken geweest bij het naar Nederland halen van schoolkinderen uit het stralingsgebied van Tsjernobyl. Die kregen hier een tijdlang onderwijs. Van het een komt het ander. Voor je het weet ben je voorzitter van de werkgroep. Ja, ik mag graag klaar staan voor een ander”, zegt de man die er al 42 jaar Alfa op heeft zitten.
Cluster staat garant voor bijdrage
Zo ontstaat het idee om ook met het cluster iets te doen voor anderen. Een enquête op kantoor, begin jaren negentig, laat zien dat er genoeg Alfa-collega’s zijn die Harry’s betrokkenheid delen. Tweederde van de medewerkers gaat meebetalen aan het maandbedrag van - toen nog - 45 gulden, inmiddels 28,50 euro. “Maar er gaan mensen weg en er gaan mensen met pensioen. Op een gegeven moment werd het lijstje deelnemers steeds kleiner. Nu spoor ik mensen aan om af en toe een bijdrage of een donatie te doen. En het cluster heeft gezegd dat zij garant staan voor onze bijdrage als ik financieel in de problemen dreig te komen.”
Gift van de personeelsvereniging
Zover is het gelukkig nog nooit gekomen, constateert de ‘klantbeheerder’ van Plan International. “Vanuit de personeelsvereniging konden we door corona geen activiteiten organiseren. Daarom is de kantoorbijdrage voor de personeelsvereniging vorig jaar deels aangewend om goede doelen te ondersteunen. De Voedselbank in Hoogeveen moest verhuizen en heeft een bijdrage gehad. En ik heb ook een deel gekregen voor Plan International.”
Dankbaarheid tonen met donatie
Ook op andere creatieve manieren vult Harry het saldo aan. “Het gebeurt weleens dat er iets is afgeschreven op een kantoor. Dat gaat dan soms naar een medewerker toe. En dat is voor mij het moment om te zeggen: ‘Als je je dankbaarheid wilt tonen, kun je ook een donatie doen.’ Ja, ik zit er altijd achteraan om de bankrekening te spekken. En die is nu ook op niveau. We hebben een aardig buffertje. Als er een jaar helemaal niets binnen zou komen, redden we het nog. Maar zover laat ik het niet komen!”.
Eigen geschreven bijdrage van kinderen
Inmiddels zijn een jongen en een meisje in de Filippijnen ondersteund, gevolgd door de jongen in Bolivia die net is ‘ontslagen’. Dankbaar voelt het, om van Plan International de berichten te horen hoe het met de kinderen gaat. Harry: “Met regelmaat krijgen we die rapportages van de contactpersonen in het land. Daar zit dan ook altijd een eigen geschreven bijdrage bij van het kind zelf, met een paar recente foto’s. Wat ik krijg, deel ik weer met alle medewerkers in het cluster. Ook onder de medewerkers die nog niet actief deelnemen. Dat is voor mij meteen een reden om hen te vragen of ze misschien ook een bijdrage willen leveren.”